zaterdag 22 mei 2010

Waarom de BVD geen optie is

Er is vanuit de NPS voldoende geargumenteerd waarom de Mega oppositie in
het machtscentrum desastreus voor Suriname zou zijn.
Maar Suriname dient te weten dat de BVD zeker ook geen goede optie voor
Suriname is.
Waarom?

Een politieke partij wordt typisch opgericht vanuit een filosofische
visie, meestal om het land te ontwikkelen, een rechtvaardige
maatschappij te vestigen, gelijkheid na te streven voor groepen enz.
Bij de oprichting van de BVD speelden andere zaken een rol.
De groep die de BVD oprichtte pleegde verraad na de verkiezingen van
1996 en verliet de VHP.
Politiek verraad was dus de basis voor de oprichting van de BVD.
Verder lag aan de basis voor de oprichting van de BVD de volgende
opvatting: Drs. Ronald Venetiaan mocht geen president van Suriname worden.
Een heldere ontwikkelingsvisie gebaseerd op het vredig samenleven van
alle Surinamers ontbrak dus helemaal bij de oprichters van de BVD.
Geld maken zonder enige beperkingen en ten koste van alles was de
doelstelling van de oprichters.

Ten tweede is de periode 1996-2000 in financieel opzicht de meest
desastreuze periode voor Suriname geweest.
Tijdens deze periode verloor de Surinaamse gulden zijn waarde en werd
het land beroofd van haar monetaire reserve.
De staatsbanken werden in problemen gebracht door Productie Investerings
Fondsen waarbij vrienden van de NDP en BVD leningen ontvingen die niet
terug werden betaald.
De Nationale Ontwikkelings Bank (NOB) werd kapot gemaakt door een BVD
figuur daar te plaatsen die US $3000 als auto toelage had.
Tijdens de periode 1996-2000 had Suriname twee Ministers van Financiën
die uit de BVD afkomstig waren, te weten Mr. Atta Mungra en Drs. Tjan
Gobardhan.
De BVD is dus mede verantwoordelijk voor de vernietiging van de
Surinaamse economie gedurende de laatste jaren van de vorige eeuw.

De BVD doet actief mee aan de verkiezingen van 25 mei 2010.
De partij heeft een merkwaardige TV spotje gelanceerd waarbij mensen
felle kritiek leveren op de oude wiskunde boeken die nu in gebruik
zouden zijn.
Een mevrouw maakt op een gegeven moment de opmerking dat een bedrijf van
de voorzitter van de BVD de rechten zou kunnen krijgen om de boeken in
Suriname te drukken.
Dat klinkt voor de personen die niet ingewijd zijn in de overheids
regels heel interessant.
Wat is er dan wel fout aan deze benadering?
Wanneer het Ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling duizenden
wiskunde boeken koopt, dan moet er voor zo een bedrag een openbare
inschrijving worden gehouden. Alle drukkerijen kunnen dan aan de
inschrijving mee doen en wie voldoet aan de specificaties van het
Ministerie van Onderwijs, komt in aanmerking voor de gunning om de
boeken te drukken of te leveren.
De voorzitter van de BVD gaat ervan uit dat als hij aan de macht komt,
hij de openbare aanbesteding al heeft gewonnen.
Nog voordat de openbare aanbesteding wordt gehouden, wordt met bijna
100% zekerheid voorspeld dan de BVD voorzitter in aanmerking komt voor
de gunning.
Dit toont al aan hoe men binnen de BVD denkt.
Dit is precies wat gebeurde in 1996.
De BVD voorzitter mocht ministers auto's leveren en meubilair voor
ministeries en DNA.
Geen enkel ander bedrijf kwam in deze periode in aanmerking om goederen
aan de staat te leveren.
Het had een hartje gescheeld of de BVD voorzitter had ook de NV EBS
overgenomen.
De kwestie van de wiskunde boeken toont dus aan dat de vos zijn streken
niet heeft verloren.
De bevolking van Suriname is dus gewaarschuwd.

Geen opmerkingen: